(corona)Virussen-door een holistische bril

 

door Paul Albers 

 

Een open, nuchtere en medische beschouwing bij de Wuhan virusuitbraak.              

 

Behalve dat dit bepaalde virus heerst, heerst er angst. Een aantal inzichten kunnen deze angst in perspectief plaatsen.

 

De gangbare manier van kijken, het pathologisch model, stelt een acute epidemische aandoening zo goed als gelijk met de ziekteverwekker. Onze epidemiologie levert echter nuchtere ervaringen waar we van kunnen leren. De Mexicaanse griep-epidemie van 2009 liet bijvoorbeeld zien dat een virus zelf niet direct, evenredig aan het aantal besmettingen, schadelijk hoeft te zijn. 

Is het slechts het virus dat ziek maakt?

Er zijn andere factoren die ook nog meespelen. Ook nu lopen, net zoals toen, hoofdzakelijk die mensen gevaar die oud en/of verzwakt zijn, en welke doorgaans ook onderhevig zijn aan een andere ziekte. Blijkbaar speelt de gezondheidstoestand van de gastheer van het virus een veel bepalender rol.  

 

Een focus op enkel het (in dit geval Covid-19) virus blijkt welbeschouwd dan ook een beperkt medisch inzicht te geven.  

Het heeft zin om op zijn minst ook een studie te maken van de toestand van patiënten die gevaarlijk ziek geworden zijn bij deze specifieke infectie.  Dan zou inzichtelijk worden dat wat in de volksmond ‘een lage vitaliteit’ genoemd wordt of wat medisch gezien ‘een gecompromitteerd immuunsysteem’ heet, een veel grotere rol in de mortaliteit van de epidemie. Het wordt dan interessant om te zien of er heel specifieke factoren meespelen die bij deze mensen het immuunsysteem verzwakken. 

Dergelijk onderzoek zou helpen om een genuanceerd beeld te vormen voor wie dit bepaalde virus bedreigend kan zijn, en hoe deze specifieke personen er tegen beschermd of, indien nodig, behandeld kunnen worden. 

  

Er is meer nodig dan een besmettingsgraad vast te stellen en in de laboratoria een vaccin te ontwikkelen. Vreemd genoeg is er op internet nauwelijks een zorgvuldige bespreking van het epidemische ziektebeeld te vinden, laat staan van een concrete beschrijving van het mogelijke lijden. Het theoretisch wetenschappelijke redeneren boven het individuele lijden uit, het is bijna het enige wat te vinden is.

 

Praktisch gezien is een statistisch, generaliserende benadering van een epidemie een verre van sluitende oplossing. Om te beginnen is de bestrijding van het Corona-virus door een vaccin nog niet zo eenvoudig. Steeds meer informatie laat zien dat  een vaccin eerst nog maar eens ontwikkeld en getest moet worden. Alleen dat al kost veel tijd. Hierin wordt vooral gefocussed op het (tragere) specifieke afweersysteem van de lymfocyten (in de vorm van een vaccin) wat nu de volle aandacht krijgt.                                                                                                                                                  Maar veel belangrijker: vanuit de immunologie is bekend dat niet iedere besmetting daadwerkelijk symptomen oproept en dat de uiteindelijke manifestatie van de ziekte niet slechts door de ziekteverwekker bepaald wordt.

  

Het aantal besmettingen zegt vooralsnog niet zoveel over de epidemie. Dit besmettingscijfer blijkt nuchter bekeken ook altijd te laag! Is het niet zo dat van die mensen die besmet zijn zonder klachten te ontwikkelen, meestal niet het bloed of wangslijmvlies onderzocht wordt? Wat nu als er veel meer mensen besmet zouden zijn maar geen symptomen hebben? Zou dan niet meteen ook de virulentie van het virus bijgesteld moeten worden? Meenemen van deze waarschijnlijk veel grotere groep zou de besmettingsgraad onder de bevolking aanmerkelijk groter maken maar tevens de relatieve mortaliteit lager. 

We hebben hier eigenlijk te maken met een zelfbevestigende werkelijkheid. Alleen bij die mensen wordt naar het virus gezocht waar het verwacht wordt gevonden te worden. Deze kanttekening, en eigenlijk deze relativering, zou de momenteel heersende paniek veel grond onder de voeten weghalen. Wat blijft natuurlijk is toch een flink aantal sterfgevallen waarbij de aanwezigheid van het Covid-19-virus is vastgesteld. 

Maar zijn deze sterfgevallen uitsluitend aan het virus te wijden? 

Het probleem is dat we in een gebied terecht komen waar we door onze vooronderstellingen in een wetenschappelijke fuik lopen. De impliciete veronderstelling (die al lang wetenschappelijk gerelativeerd is), is dat de aanwezigheid van een virus ook direct en bepalend ziek kan maken. Dit beeld ligt ten grondslag aan de angst. Dit is echter helemaal niet zo vanzelfsprekend! 

We raken het paradigma van het hedendaags medisch denken. 

 

Een voorbeeld om dit duidelijk te maken. Het is evident dat overmatig regenen, al die regendruppels, direct ten grondslag liggen aan natuurverschijnselen als aardverschuivingen, ‘sink holes’, dijkdoorbraken en overstromingen. In overeenstemming met het huidig medisch denken is te midden van al dit natuurgeweld één gemeenschappelijke factor aan te wijzen en dat is de zware regenval. Hoe onweerlegbaar ook, toch zal deze constatering in de werkelijkheid van alle dag niemand er toe brengen om zich eenzijdig op het wegvangen van de regen te richten. Op de plekken van rampspoed is namelijk meer aan de hand. De regen laat het gebeuren, de afzonderlijke locaties scheppen evenwel de voorwaarden voor de problemen. Met andere woorden: we zouden onze blik moeten verruimen. 

 

Een beperkte visie wordt momenteel over de hele wereldbevolking heen gelegd. Alle verlammende paniek ten spijt. Nu is er overal de dreigende informatie, nog nergens een praktisch toepasbaar handvat. We zien nu slechts een bevolking die niets anders kan dan zich zo veel mogelijk te isoleren en geduldig af te wachten tot de laboratoria met (slechts) die éne oplossing van een vaccin komen.  

 

Pas bij een relativering van de eenzijdige oriëntatie op ziekteverwekkers zal de literatuur achter de integratieve geneeskunde weer ingekeken worden. Hierin ligt een schat aan informatie over hoe de algemene weerstand versterkt kan worden. Een ruimere benadering bevrijdt een individueel persoon van het ongewenste effect van een statistische, abstracte en generaliserende insteek op de onzichtbare virussen.  

 

Een brede, open en nuchtere grondhouding bevrijdt de wereldbevolking uit hun angst. 

 

Ieder persoon, iedere therapeut en iedere arts kan, met gezond verstand en met een oriëntatie op de integrale geneeskunde, zelf iets doen in het dagelijks leven zonder te hoeven wachten op de resultaten van de farmaceutische inspanningen. Niets zo behulpzaam tegen paniek als daadwerkelijk iets kunnen doen ter versterking van de afweer.

 

We zien nu precies die informatie die tussen de regels door overal in de media te vinden is? Niet iedereen die besmet is wordt op dezelfde manier ziek, laat staan dat hij onvermijdelijk sterft aan de infectie. De feiten zijn nog uitgesprokener: je moet al in een behoorlijk zwakke en medisch gecompliceerde toestand zijn wil je aan het virus overlijden. Wanneer een persoon er niet zo aan toe is, dan zien de gevolgen van de besmetting er echt niet veel anders uit dan een verkoudheid, of als een griep die de luchtwegen aandoet. 

Hier openen zich de perspectieven. 

 

Om te kunnen genezen-met andere woorden het gevaar van de ziekte op te heffen- is het nodig om  juist aan het ziekbed tot inzicht te komen, de fijne nuance in ziek zijn bij die individuele patiënt te honoreren, en uiteindelijk verlichting te brengen voor dat specifieke lijden, dat hij daar aantreft. Het geeft blijk van professioneel handelen om de toestand van de gehele persoon in kaart te brengen en om dan naar gelang het individuele lijden de omstandigheden te optimaliseren, en vervolgens snel, zachtzinnig en duurzaam te genezen. Het is zelfs essentieel om ook bij een epidemie de afzonderlijke patiënt in ogenschouw te nemen. We zouden hiervan uit kunnen gaan, in plaats van een statistische en generaliserende benadering.  

Uitgaan van de situatie aan het ziekbed en het aanbieden van diverse versterkende therapieën verdient dus even zo goed de volle aandacht. 

Complementaire en alternatieve therapieën om het immuunsysteem, de weerstand, oftewel de vitaliteit te versterken mogen zich dan misschien niet direct middels specifieke immuniteit op het virus richten, maar ze raken wel de kern van het gezond worden. Ze zijn daardoor ook niet goed generiek voor te schrijven, ze veronderstellen de individuele observaties van een arts of therapeut.  

 

Er zijn echt vele mogelijkheden om zo’n dreigende epidemie multidisciplinair het hoofd te bieden. Van oudsher kent iedereen goed voedsel, voldoende beweging, voldoende rust, voldoende frisse lucht, een gezonde woonomgeving, weinig stress en zeker weinig paniek (!), als de methoden om jezelf gezond te houden. Dit nog naast de vele natuurlijke, aansterkende geneesmiddelen en therapieën, die individuele patiënten hun vitaliteit terug kunnen geven en de algemene immuniteit versterken. Zowel ter voorkoming van ziekte als curatief. 

 

 

Het is van belang te realiseren dat een virus een gunstige voedingsbodem nodig heeft om te kunnen vermeerderen om daarna daadwerkelijk ziektesymptomen te kunnen produceren. De insteek van die andere kant, die het individu zichzelf laat versterken om ziekte af te zwakken of te voorkomen middels de algemene weerstand te versterken, levert minstens zo’n belangrijk perspectief op als de focus op het virus.                                                                                                               30 januari 2020